Nature As Architecture in Roberto Polo Gallery
Roberto Polo Gallery opent trots zijn 2017/2018 seizoen met de tentoonstelling NATURE as ARCHITECTURE, met werk van drie prominente Spaanse kunstenaars: Miquel Navarro, Juan Garaízabal, en Francisco Caparrós.
Roberto Polo Gallery
Voor de tentoonstelling komt er een tweetalige Engels/Spaans geïllustreerde hardcover catalogus van 128 pagina’s, met teksten van de curatoren, Rafael Sierra Villaécija en J. Óscar Carrascosa Tinoco en vooraanstaande auteurs zoals Barbara Rose en Fernando Castro Flórez, die tegelijkertijd ook deelneemt aan de tentoonstelling.
De tentoonstelling benadert de traditionele esthetische reflecties over natuur en kunst, vooral architectuur. De mens begon kunst te maken met de gedachte dat zijn werken deel zouden uitmaken van de Grote Schepping. Van ambachtsman tot bedenker probeerde de mens de natuurwetten te doorgronden en ging in interactie met het goddelijke werk om zo de kunstenaar gelijk te stellen aan zijn Schepper.
De natuur stond steeds model, als architectuur in zijn puurste vorm, en ligt ten grondslag aan het vormen van overeenkomsten die de kosmische eenheid tussen de werkplaatsen van de kunst en de geschapen wereld verbindt.
De curatoren van deze tentoonstelling verdedigen de validiteit van traditionele overdenkingen en bieden, doorheen hedendaagse kunst, vernieuwde inzichten in het canonieke discours. Om dit te bereiken, stellen ze een curatorschap voor dat de kunstenaars Miquel Navarro, Juan Garaizábal, en Francisco Caparrós omvat, in een waagstuk dat het belang van de Spaanse kunst verdedigt en dat strategisch gepositioneerd is in het hart van Europa.
De architectuur van de mens, alternatief voor een universum dat al geschapen is, opent de tentoonstelling met de uitzonderlijke stukken van Miquel Navarro. Deze kunstenaar maakte zijn eerste ‘steden’ in 1973. Het waren onderling verbonden terracotta blokken, al gauw uitgebreid naar andere materialen zoals aluminium, zink en brons; het werden voortdurende oefeningen in sculptuur van en reflectie over de volumetrische ruimte die sindsdien een van zijn tekenende kenmerken zouden zijn. In de steden van Navarro is de allusie op de Res aedificatoria van Leon Battista Alberti, en zijn stad-huis-organisme relaties onvermijdelijk. Zoals Navarro zelf zegt: “in het bewustzijn en de configuratie van mijn verlangen is het onderwerp van de stad als een menselijk lichaam, met de som van alle delen, met zijn verticale en totemistische logica, en zijn horizontale betekenis in het penetratie-discours, voor de hand liggend.” Navarro’s werk is vertegenwoordigd in vele belangrijke collecties, waaronder het Instituto Valenciano de Arte Moderno, het Centre national d’art et de culture Georges-Pompidou in Parijs, het Lehmbruck Museum in Duisburg, het Museo Nacional Centro de Arte Reina Sofia in Madrid, het Museu D’Art Contemporani de Barcelona en het Solomon R. Guggenheim Museum in New York. Een van zijn belangrijkste gebeeldhouwde fonteinen, Boca de luna (1994), staat op het Jamblinne de Meuxplein in Brussel. Het is dertien meter hoog, en spuit water vanop zes meter hoogte. Een sculptuur van Navarro speelt een belangrijke en symbolische rol in de film Julieta van Pedro Almodóvar (2016).
Maar elke menselijke poging tot creativiteit is uiteindelijk vluchtig, en bij het verdwijnen ervan komen er nieuwe conceptuele verbanden tot stand waarin de afwezigheid van het artificiële de leiding neemt. De curatoren hebben de creaties gekozen van de kustenaar Juan Garaizábal, genomineerd voor de Nasher Sculpture Centre Prize van 2017, om dit idee te vatten; het is niets meer dan een mijlpaal op de weg terug naar de natuur als architectuur. Jarenlang heeft Garaizábal een degelijk artistiek project met de naam Urban Memories ontwikkeld; het begon vanuit de recreatie van de geest van gebouwen die verdwenen waren van de plaatsen waar ze origineel waren opgetrokken. Hij realiseerde dit project van monumentale sculptuurinstallaties in de openbare ruimtes in Berlijn (2012), Boekarest (2007), Godaedo (2016), Havana (2016), Miami (2016), Valencia (2006) en Venetië (2013). Andere projecten zijn op dit moment aan de gang in Havana, Londen en Parijs.Via de sculptuur drukt hij zijn verlangen uit om het verleden op te roepen en er een relatie mee op te bouwen. De kunstenaar beschrijft dit als een heroïsch element dat zich verspreidt onder de mensen en de gebouwen. Hij vormt de monumenten tot een gedaante van het geheugen hetwelk de esthetische en ethische ziel combineert. Door enkel de gefragmenteerde overblijfselen van de belangrijke structurele aspecten weer te geven, verschijnt de ziel van de afwezige gebouwen: “de essentie”, gered uit het collectieve geheugen, krijgt vorm in een structuur van elementaire sporen die zonder muren volledig in de omgeving geïntegreerd wordt. De poëzie van deze afwezigheid is aanwezig door het geheugen en de symboliek van zijn herinneringen vorm te geven. Op deze manier doet Garaizábal het menselijke werk verdwijnen en integreert het in de natuur, waar de oorsprong van de mens ligt en ook zijn uiteindelijke bestemming.
De fundamentele relatie tussen de natuur en architectuur wordt geïllustreerd in de foto’s van Francisco Caparrós. Als Marc Augé schreef dat een van de meest dringende noden is om opnieuw te leren reizen om zo opnieuw te leren kijken, biedt Caparrós, door zijn fotografische reeksen, de kijk en het licht op het landschap om een grootse architectuur te bouwen die de kijker verbaast; op die manier maakt hij de bewering van Erwin Panofsky tot de zijne: “de inhoud van het kunstwerk is wat het werk onthult, maar niet ostentatief tentoonspreidt.” Het werk van Caparrós is onder meer vertegenwoordigd in de permanente collecties van Astro Europa in Valencia, het Ayuntamiento de Riba-roja, de Diputación de Valencia, de Fundación Gabarrón in Murcia en New York, het Iberia Center for Contemporary Art in Beijing, het Instituto Valenciano de Arte Moderno, het Museo de Bellas Artes San Pio in Valencia en het Museo Mausoleo de Domingo Sánchez Blanco in Morille.