Brussels Hoofdstedelijk Gewest
De multidisciplinaire kunstenaar Bruno Delgado vertelt via zijn werken die tentoongesteld worden in WIELS hoe hij een verband vindt tussen Spanje en België.
Vertel ons maar wat je wil over jezelf en over je werk.
Ik vind het leuk tijd vrij te maken om na te denken, maar vaak ga ik meteen over tot actie. Zo begon ik ook mijn eerste week in WIELS: ik probeerde om onmiddellijk van start te gaan. Gewoonlijk begin ik aan vele projecten met het idee om een film te maken, maar uiteindelijk eindigt het proces vaak in andere formaten, zoals een boek bijvoorbeeld. Ik ben het ook gewoon om van een specifieke plaatsbepaling te vertrekken om zo een idee proberen te krijgen van welke vragen de plek me voorstelt. Werken en denken in mijn kabinet in WIELS is niet hetzelfde als in Sevilla of Madrid. Maar net zoals bij de formaten, concretiseert dit proces uiteindelijk vaak een abstract stuk. Kortom, en dit is wellicht iets dat ik nog niet zo lang geleden beseft heb, gewoonlijk stel ik in het begin voor mezelf regels op en daarna begin ik er afstand van te nemen. Het is als een spel dat zich herformuleert terwijl het bezig is. Aan de andere kant ben ik het gewend mij af te vragen hoe wij de ruimtes gebruiken en hoe die ons gebruiken. Bijvoorbeeld, het venster (het gat in de muur) kan begrepen worden als een mechanisme die onze ervaring bemiddelt. De rechthoekigheid van het venster is voor mij een mogelijkheid om opnieuw over het beeld na te denken. Ik begrijp dat een beeld niet alleen een rechthoekige werkelijkheid is en het tautologisch proces om een kader in te lijsten, om door het venster te kijken, is een manier om de niet rechthoekige omvang van het beeld te onderzoeken.
Wat is jouw relatie met Spanje/België?
Vandaag de dag, 8 februari, is het een relatie van een maand (ik ben 7 januari aangekomen en was hier nog nooit eerder geweest). Het is een relatie die zich deze dagen nog aan het ontwikkelen is, letterlijk, aangezien de eerste twee spoelen die ik hier gefilmd heb juist ontwikkeld zijn in het laboratorium. Mijn voorafgaande band met België ontwikkelde zich deels door films te bekijken van Boris Lehman, Chantal Akerman en Marcel Broodthaers. Dus de band was nogal abstract voor ik aankwam. Mijn relatie met Spanje is ook niet echt duidelijk (behalve de vanzelfsprekendheden). Ik heb inderdaad het gevoel dat het steeds meer abstracter wordt. Ik heb een verband gevonden tussen Brussel en enkele plekken waar ik in Spanje heb gewoond: er zijn altijd werken op straat. Het is een onophoudelijk labeur om de stad op te lappen. Iets wat ik al in Babel van Boris Lehman bewonderde.
Wat is jouw speciale plek in België?
Quai du Commerce, 23, 1080.
Welk plekje in Spanje is speciaal voor jou?
Cancejan, een dorp in Val d’Aran.
Jouw liedje?
Igbe (Na Shit), van Fela Anikulapo Kuti met Africa 70 (No Agreement, 1977) maar eerst moet je Touchdown, van John Maus (Screen Memories, 2017) beluisteren.
Jouw favoriete film?
Rameau’s Nephew’ by Diderot (thanx to Dennis Young) by Wilma Schoen maar daarna moet je Trafic van Jacques Tati bekijken.
Een boek?
Parallelle lectuur van Ética demostrada según el orden geométrico, van Baruj Spinoza, en van Un viaje de invierno, van Juan Benet.
Welk schouwspel?
Stuff, van Norberto Llopis Segarra onmiddellijk na Los micrófonos van Guillem Mont de Pallol en Jorge Dutor gezien te hebben.
Een plastisch kunstwerk?
Muro pintado por el artista con pincel del número 8, entre los días 10 y 19 de septiembre de 2006, van Isidoro Valcárcel Medina. Op dezelfde plek waar we dit werk zien, vinden we iets verder, Pommes et oranges van Paul Cézanne terug.
Als ik wakker word, is het eerste wat ik denk…
“Heb ik sinaasappelen?” Dat is eigenlijk nog maar een zeer recente gewoonte. Misschien is er een intense link met het stilleven van Cézanne uit de vorige vraag.
Foto: Luis Kevin Paraíso.