Carlos Valverde

Carlos Valverde

We praten met Carlos Valverde over de beginperiode van zijn werk in Brussel, de stad die hem twee jaar geleden welkom heette.

Afgestudeerd in Schone Kunsten, heeft deze visuele kunstenaar talrijke exposities verwezenlijkt, zowel individuele als collectieve. Hij ontving ook al prijzen zoals de Prijs Miquel Casablancas. Sant Andreu Contemporani, van de Gemeente van Barcelona. Twee jaar geleden besliste hij te verhuizen naar Brussel, waar hij ervoor vecht om zich een weg te banen in de wereld van de Belgische kunst.

Waar houdt Carlos Valverde zich mee bezig?

Ik werk steeds vertrekkende uit de ruimte. Ik ben van Extremadura, maar ik heb me geschoold in Baskenland en daar heerst er een erg diepgeworteld idee over wat het beeldhouwen, het ruimtelijke, is. Na het Baskenland, leefde ik tussen Berlijn en Barcelona en daar kon ik ontdekken wat de rationalistische architectuur van de twintigste eeuw is; die invloeden hebben ervoor gezorgd dat ik het werk maak dat ik maak.

Werk je rond verschillende thema’s?

Hoe iemand praat over zijn eigen werk is anders dan hoe de andere zijn werk ziet. Als ik een erg beperkte indeling zou maken van wat het is waarrond ik werk, zou je vijf grote lijnen kunnen hebben: werken rond de conceptie van de wereld, over het idee van offer-beloning, over het niet-architecturale, over de tussenstadia en over het idee van de ruïne. Wat betekent elk element nu? De wereld is al datgene wat het artistieke object omgeeft, dat alles wat niet-artistiek is, maar wat we toch nodig hebben zodat het artistieke object zich als zodanig zou kunnen vormen; de tussenstadia hebben te maken met de spirituele wereld, dat kan bijvoorbeeld in de christelijke wereld het vagevuur zijn; het niet-architecturale kan de negatie zijn van de architectuur; de ruïne is het proberen begrijpen van een verleden via haar barsten en het ‘offer-beloningsidee’. Dat zijn zaken waaraan ik in de laatste projecten heb gewerkt, laat ons zeggen dat elke beloning voorgebracht wordt vanuit een inspanning.

Jouw werken combineren beeldhouwkunst met architectuur…

Ja, zeker en vast. Maar de laatste tijd, sinds ik in Brussel ben, ben ik aan het proberen om een paar eenvoudigere formats te ontwikkelen. Ik ben aan het werken rond collages en meer bidimensionele formaten.

Waarom besliste je om naar Brussel te verhuizen?

Om mijn echtgenote te volgen. We waren in Barcelona en beslisten naar hier te komen.

Hoe heeft de stad je ontvangen?

Het is een vreemde context en helemaal niet gemakkelijk. Ik denk dat Brussel je echt opneemt als je een actieve component bent in die context, bijvoorbeeld studerend aan de universiteit of wanneer je een master of doctoraat doet. Maar als je buiten die context valt, is het complex. Het geeft me het gevoel dat er een teveel aan kunstenaars is voor de kleine omvang van de context. Ik denk dat het moeilijker is dan op andere plaatsen.

Heb je veel moeilijkheden gehad op het moment waarop je je werk ontwikkelde?

Mijn gevoel zegt me dat de circuits met andere formules werken. Het gaat er eenvoudigweg om dat de mensen je kennen. Als je niet binnen dat web valt, zal het complex zijn.

Je leeft en werkt tussen Brussel en Barcelona. Is dat bevorderlijk voor de verrijking van je werk?

In Barcelona heb ik een groot atelier, als ik op grote schaal wil werken ga ik naar daar. Hier is mijn atelier kleiner, een bureau in huis. Het werken tussen twee steden staat je toe de zaken in perspectief te zien, maar het geeft me ook het gevoel dat Barcelona nu niet op zijn hoogtepunt is.

Verschillen en gelijkenissen tussen beiden?

Ik denk dat er hier meer geld is en dat er meer opdrachten uit de bus kunnen komen, hoewel je die kansen in Spanje ook wel hebt. Het verschil dat ik zie is dat je er hier een markt voor hebt en dat het in Spanje ingewikkelder is. Hier is men meer proteccionistisch ingesteld, alles wat Belgisch is, wordt erg beschermd. In Spanje ziet men dat misschien meer op regionaal niveau. Ik ben Extremeens en in Extremadura zijn er geen opdrachten, ik moet me Catalaans, Baskisch of Madrileens ‘maken’ als ik voor ze wil kiezen op regionaal niveau.

Kunnen er kenmerken van jouw geboortestreek Cáceres herkend worden in je werk?

Ik denk dat die kenmerken steeds onbewust naar boven komen, of het nu van Extremadura of van Spanje in het algemeen is. Bijvoorbeeld, er is een stuk dat ‘País de cucaña’ (‘Land van de klimpaal’) heet, waarvoor ik samenwerk met een architectenbureau. We stellen een structuur voor waarin je een zaal hebt met enkele verticale metalen staven, waarin er iets verborgen zit. Als iemand ontdekt hoe je in die zaal binnenkomt, bevindt er zich binnenin een ‘bellota’ ham. Het idee is dat wie de eerste is die ontdekt hoe je de ham kan losmaken, die mag houden. Onbewust doet me dat erg denken aan het idee van de klimpaal, wat iets heel erg traditioneel en typisch is van Extremadura. Ik word erg geïnspireerd door zaken die te maken hebben met folklore, het helpt me als springstof om daarna dingen te maken.

Vertel ons eens iets over je laatste werk?

Ik ben aan het werken aan een reeks collages die composities zijn. Ik vind het idee van de herhaling interessant, de modulariteit, en dat ben ik aan het overbrengen op bidemensionele vormen. Momenteel ben ik collages aan het maken, bestaande uit fragmenten van hemelgewelven, met glimlachen.

  • Visuele kunsten
  • Brussel
  • Gepubliceerd op 10 augustus 2017

Oorsprong

Cáceres

Meer informatie

Steekproef van het werk

Video