Inma Fierro
Inma Fierro is een jonge Sevillaanse die twee jaar geleden verhuisde naar Brussel om haar carrière als plastisch kunstenaar hier verder te zetten. We praten met haar over haar werken, die passie en toewijding tentoonspreiden.
We kregen de kans om Inma Fierro te interviewen, een schilderes wiens werken pure geestdrift uitstralen. Momenteel woont ze afwisselend in Sevilla, haar geboorteplek, en Brussel.
Waarom besliste je om naar Brussel te verhuizen?
Ik ben afkomstig van Sevilla, maar ik ben er steeds buiten geweest. Ik maakte mijn studie af in Barcelona en ben in verschillende Europese steden geweest. Wanneer ik na drie jaar terugkeerde naar Sevilla, nam ik me voor om andermaal van locatie te veranderen om te netwerken en mijn contacten uit te breiden. Ik wilde buiten Spanje gaan en Brussel kwam toevallig boven. Ik ging langs bij een vriendin en ik hield heel erg van de culturele waaier die er heerste, het is op geografisch vlak erg goed verbonden met andere landen, het is er niet zo duur zoals in andere Europese steden en het Frans is een taal die me tamelijk goed afging.
Hoe ben je je professionele loopbaan in Brussel begonnen?
De beginperiode is steeds moeilijk, en zo mogelijk wordt die periode nog eens extra bemoeilijkt door in het buitenland te zijn, maar je begint contacten te leggen met mensen. In het begin trad ik binnen in ‘La Vallé’ wat een cultureel centrum is, een industrie van creativiteit waar alle creatieve professionals zijn en ateliers huren, exposities houden en een tamelijk breed netwerk van contacten en bewegingen hebben. En zo begon ik.
Een terugblik. Op welke leeftijd begon je jezelf onder te dompelen in de wereld van de schilderkunst?
Voor de meerderheid van ons is het zo dat we beginnen te schilderen van kleins af aan, we hebben die drang naar creativiteit, maar bij mij was het vooral naar aanleiding van een reis naar Frankrijk zo’n zestien jaar geleden. Het was een mooie ervaring, ik had er familie en ik ging er heen zonder mijn ouders. Ik had een nicht die kunsthistorica was en die me meenam naar de musea van het Pompidou, het Louvre en Picasso en ik werd verliefd op de artistieke wereld -hoewel die liefde er al was sinds ik klein was. Het was pas in het jaar 2007, toen ik een ‘Leonardo’ beurs deed in Firenze, dat ik daadwerkelijk besloot om kunstenaar te worden en me toe te leggen op de plastische kunsten. Ik maakte mijn opleiding in Schone Kunsten af in Barcelona. Schilderkunst is mijn taal, ik druk me zo beter uit en ik voel me meer op mijn gemak.
Maar toch ben je een multidisciplinaire artieste…
In Sevilla gaan de eerste cursussen over alles: beeldhouw- en schilderkunst. Daarna wordt je steeds specifieker als je andere takken wilt ontwikkelen. In Barcelona ging ik voor andere vakken en koos ik voor fotografie, videokunst en documentaire. Momenteel werk ik niet rond die thema’s. Ik ging me focussen op de schilderkunst, omdat elke tak heel erg afhangt van die ene. De schilderkunst die ik maak is van het introspectie-type, het is een conversatie met het doek en dat vraagt veel tijd.
Wat vertellen de werken van Inma Fierro?
Inma Fierro vertelt over de eenvoudige dingen; over emoties, zaken die ons overkomen in het leven, persoonlijke verhalen die de binnenkant van de toeschouwer te proberen beroeren, aan de hand van kleur. We kunnen ook veel dingen zeggen via de schilderkunst. Ik ga akkoord met de studies van María Zambrano, in een thesis die ik aan het uitwerken ben. Ze zegt dat de mens zich vormt via zijn verstand en emotie; het verstand was filosofie en de emotie poëzie, wat voor haar de eerste kunst was. Ik veralgemeen dat tot de schilderkunst en denk dat men via de schilderkunst kan stilstaan bij je eigen binnenkant en zo ook bij de menselijke wereld die collectief is. En persoonlijk groeien; een reflectie van die ervaringen om te gaan groeien.
Denk je dat de ziel van de kunstenaar zijn werken zijn?
Ik ben van mening dat er veel vormen zijn om kunst op te vatten. In mijn schilderkunst, die abstract expressionisme is, geef ik wel mijn ziel, intellect en emotie vrij. En uiteindelijk gaat het over de geest van iemand. Maar daarnaast bestaan er andere doelen van andere kunstenaars die er de voorkeur aan geven om een politiek of sociaal thema te brengen. Mij interesseert dat perspectief niet. Het is noodzakelijk, maar in mijn schilderkunst vind ik het niet interessant. Ik vertel andere dingen.
Je zegt dat jouw schilderijen je dagboek en je plaats voor herinnering zijn. Waarnaar verwijs je met die uitspraak?
Ik heb een goed geheugen en ik vind het fijn om me goede en slechte dingen levendig te herinneren. Omdat je door die dingen leert en groeit. Dat is schilderkunst voor mij, net zoals fotografie. Wanneer we naar het strand gaan of iets doen, nemen we fotos om herinneringen te hebben van die momenten. Dus mijn schilderijen zijn foto’s op groot formaat en met een andere taal die spreekt met kleur; dat is mijn plaats voor het geheugen. Mijn eerste werkt gaat over mijn stap naar Barcelona; het tweede, ‘Tauromaquia’, gaat over mijn verzoening met het Andalusische land, met mijn cultuur; het derde, ‘Dolores parido’, gaat over een persoonlijke ervaring die ik had met een vriendin die stierf aan kanker voor wie zorgden, het is een erg sterk verhaal, maar tegelijkertijd helpt het je het leven te vieren. Een laatste werk van het familiealbum. Die plaats voor het geheugen zijn die foto’s, die momenten herinneren, ze opnieuw nemen wanneer je dat moet doen, wanneer er ons bepaalde zaken ontsnappen die we moeten blijven herinneren.
Je hebt tentoongesteld in veel steden, de meesten ervan in Andalusië. Welke vergelijking maak je van de situatie van de kunst daar en hier?
Het zijn twee verschillende werelden, niet alleen meer in Andalusië, maar ook in Spanje. In België heb ik een verzamelaar ontmoet die je werk echt interessant vindt en het apprecieert; hij koopt werken uit verschillende fases. De Belgische markt staat veel meer open voor andere expressievormen. Hier heb je dat ook, maar ik denk dat je in Europa een ander concept hebt op het niveau van galerijen en exposities. Het heeft invloed dat België in het centrum van Europa ligt en eveneens in het centrum van de geschiedenis. We mogen niet vergeten dat er vijftig-zestig jaar geleden in Spanje een dictatuur heerste en er nog steeds veel werk te doen valt. Spanje is erg geëvolueerd, vooral op toeristisch vlak, maar op cultureel vlak hinkt het nog wat achter. Toen ik hier al enkele jaren was en terugkeerde naar Sevilla, vond ik er wel wat dingen die aan het veranderen waren, maar heel geleidelijk aan. Een samenleving kan je niet veranderen van vandaag op morgen en cultuur is iets wat energie kost. Ook besparingen hebben een invloed.
Op welke manier heeft je vestiging in Brussel invloed gehad op je professionele carrière?
Op een positieve manier, omdat ik veel mensen heb leren kennen. Dankzij het wonen in Brussel, heeft Tomás Paredes contact met me opgenomen, hij is de voorzitter van de Spaanse Associatie van Kunstcritici van Spanje en ze boden me een woonplaats aan in Slovenië aan in mei. Het leren kennen van mensen van de kunstwereld is een stimulans.
De belangrijkse moeilijkheden/ faciliteiten?
Voordat ik vertrok naar Brussel, was ik me ervan bewust dat de eerste drie maanden rampzalig gingen zijn, omdat het altijd zo gaat. Ik heb veel gereisd en me gevestigd in andere steden en ik weet dat het slecht loopt in het begin. Ik weet niet wat me overkwam bij Brussel, maar ik had veel geluk. Natuurlijk maak je slechte momenten mee, maar als ik erover nadenk, heb ik geluk gehad. Brussel is voor mij een erg magische stad geweest; er gebeuren onwaarschijnlijke en surrealistische dingen. Het is een rustige en open stad. Ook het talent en de houding die iemand heeft, heeft een invloed.
Dit jaar heb je ‘Teoría del desapego’ (‘Theorie van de achteloosheid’) tentoongesteld. Is het de eerste keer dat je exposeert in Brussel?
Ja, het is de eerste keer en ik ben erg tevreden. De ervaring beviel me heel erg.
Vertel ons iets over die expositie.
Het is een reeks die ik begon in 2014. Er was een moment in mijn leven dat ik me afvroeg waarom ik was hoe ik was en waarom ik me hecht aan dingen. Ik ben een persoon die zich erg hecht aan dingen en personen en ik dacht na over mijn persoonlijkheid. Ik was het familiealbum aan het bekijken, ik nam er oude foto’s van mijn familie en mijn oorsprong uit. Ik schreef er een brief over. In al mijn schilderijen en onder elke laag zit er een verhaal dat verteld wordt door beelden en brieven. Toen schreef ik brieven die waren geschreven naar belangrijke personen en mijn leven op dat moment. Ik verzamelde ze en werkte rond concepten van de liefde, het geheugen, de dualiteit, de afwezigheid. Daarna bedekte ik ze met blauw; al die bagage die we meesleuren, zowel op familiaal als emotioneel vlak door de omstandigheden en ervaringen die je hebt gehad in je leven zijn bedekt door het onderbewustzijn, dat is het blauw-groenachtige wat je terugvindt in mijn werken.
Waar ben je momenteel mee bezig?
Ik ben een nieuwe reeks aan het ontwikkelen die ‘Flamenco en los dedos’ (‘Vlaams in de vingers’) heet, en ik ben eveneens rond het kleur geel aan het werken. Die kleur heeft me nooit aangesproken, maar dit jaar verscheen het toch, omdat ik een Duitse schrijfster aan het lezen was die het had over de psychologie van kleuren. Ze zei dat geel in onze visuele en emotionele cultuur geassocieerd wordt met luxe, macht, maar terzelfdertijd met de wrange emoties, met afgunst. Daarom is het een dubbelzinnigheid. En het is die dubbelzinnigheid die ik heb met Brussel en Spanje. Ik bevind me tussen twee landen: een land waar ik gek op ben en dat het mijne is, maar dat niet hetgene is dat me niet liet groeien, maar dat je het op een andere manier doet in het buitenland y, daarnaast is er ook Brussel; waardoor ik die haat¡liefde voel. Het is een stad die van je ontneemt, maar tegelijkertijf geeft.