Oriol Vilanova

Oriol Vilanova

Ik definieer mijn werk als “Flea market studio practice”, ik zie de vlooienmarkt als mijn steengroeve, mijn studio en mijn slagveld.

We leven in een periode waarin beelden ons omringen en bijna belegeren. Zodoende ontbreekt het ons soms aan referentiepunten om ze correct te interpreteren. Het werk van Oriol Vilanova heeft erg veel met dat idee te maken. Hij verzamelt beelden uit een andere periode om ze later te tonen alsof het gaat over een visuele encyclopedie; verzamelend, ordenend en classificerend wat er ons wordt getoond. Op basis van die conceptie, interesseert zijn werk zich voor de politieke mechanismes van geschiedenisconstructie en voor de blik, in ieder project een andere vorm aannemend, gaand van installaties, tot performances, theaterstukken en boeken.

Orial Vilanova (Manresa, 1980) woont en werkt sinds enkele jaren in Brussel. Zijn werk werd tentoongesteld in instellingen met internationale faam zoals het “MACBA”of het “Palais de Tokio” in Parijs. In 2015, was hij winnaar van de Eerste Prijs van de “Art’Contest”, ondersteund door de “Fondation Boghossian” om de jonge Belgische kunst te steunen. Na die belangrijke herkenning, werd zijn werk het voorbije jaar ononderbroken getoond op verschillende plaatsen van het land zoals, het M museum in Leuven, het centrum van artistieke verspreiding “l’ISELP” van Brussel, en erg binnenkort, op een individuele tentoonsteling in het Museum van Ixelles.

Je stelt momenteel At first sight voor in het M Museum van Leuven, waar je het thema van de presentatie van kunstwerken in musea aansnijdt en in vraag stelt wat de toeschouwer waarneemt. Wat kunnen we daarover zien in het museum?

At first sight is een plaatsspecifiek project voor het M Museum. Het is een museum met een uitzonderlijk transhistorisch programma, het vermengt tentoonstellingen van hedendaagse kunst met een rijke collectie aan oude meesters. De manier waarop het museum haar collectie toont, het monumentale systeem van vitrines, was de trigger van mijn project. “At first sight” bevindt zich op de bovenste verdieping van het museum, met drie ruimtes met erg verschillende architectonische kenmerken. Ik reageer op elke zaal met een specifiek stuk, maar met een gemeenschappelijk idee, presenteren en niet representeren. In de grote zaal, een ruimte badend in het licht, bevindt zich “Without distinction” (2016). Een collectie (in bruikleen) van vijfendertig vitrines van instellingen en musea in België, van het Afrikamuseum in Tervuren, het Natuurhistorisch Museum van Brussel tot het eigenlijke M Museum, om er slechts enkele op te noemen. Een aaneenschakeling van lege uitstalkasten van uiteenlopende oorsprong, uit verschillende tijden en politieken die de neutraliteit ervan in vraag stelt. Een materiële choreografie, waarbij de aanwezigheid van de objecten zich manifesteert via de narratieve capaciteit van hun afwezigheid. “Voilà” (2016) is een witte wand gebouwd in een halve cirkel in een overgangsruimte. Een sculptuur van theatrale aard, een scheidingsmuur van vergankelijk materiaal die onaangekondigd passeert langs het merendeel van de bezoekers. Die tussenkomst funcioneert als scharnierpunt tussen “Without distinction” en het derde werk, “Todo, nada” (2015-ongoing). Een collectie van postkaarten georganiseerd volgens hun gekleurde achtergrond. In die collectie worden alle types objecten gemengd: fetisjen van musea met uiteenlopende representaties van de populaire cultuur. Elk beeld heeft een goed zichtbaar object in het centrum, maar het is door de beelden chromatisch te groeperen dat die objecten verdwijnen en wisselen van initiële rollen. De expositie wilt thema’s zoals camouflage en onzichtbaarheid in de schijnwerpers plaatsen en streeft ernaar datgene aan te kondigen wat we zeggen als we iets niet benoemen.

Beelden uit een andere tijd, de herschrijving van de geschiedenis, de constructie van het geheugen via visuele archieven: het zijn terugkerende elementen in jouw werk. Wat boeit er jou in die benadering van ons recente verleden?

Mijn benadering van documenten uit het verleden gebeurt aan de hand van een speciale interesse voor die objecten die hun herinnering verloren zijn. Net op dat moment waarop ze meer onze verbeelding dan ons verstand aanspreken. Ik zie de verzameling van beelden als een vorm van onderzoek: obsessie en accumulatie. De compositie van een eigen iconografie is slechts een startpunt, een montagetafel. Het proces is even belangrijk als het eindresultaat, van de tijd van de constructie van de collectie, tot de bezitsdrang, de economische kwestie en de herhaling van het ritueel.

Jouw artistieke praktijken nemen uiteenlopende vormen aan, van monumentale installaties of interventies in de ruimte, tot performances, theaterstukken… Hoe definieer je jouw werk? Welke factoren hebben invloed op het moment dat je een werk aan het maken bent?

Ik definieer mijn werk als “Flea market studio practice”, ik zie de rommelmarkt als mijn steengroeve, mijn studio en mijn slagveld. Zoeken, buitmaken en kopen. Van daaruit is alles mogelijk. Wat me doet kiezen voor een bepaald format, hangt zowel af van de aard van het project als van de bijzonderheid van zijn context of tijdelijkheid. Het is de som van coördinaten die het finale werk gaan definiëren.

Gedurende het voorbije jaar werd je winnaar van de Eerste Prijs van de Art’Contest (2015), als deel van die prijs, is er de tentoonstelling in het Museum van Ixelles die komende juni start. Wat kun je ons al verklappen over dit project?

Ik heb de tentoonstelling Les mains dans les poches (“Met de handen in de zakken”) genoemd. Ik zal twee werken voorstellen die gericht zijn op de poëtica van het zichtbare. Die werken tonen ons redelijk weinig, maar laten ons veel zien. Niet mimetische fantasieën die verder gaan dan het waarneembare. Ik zal twee collecties uit verschillende periodes opvoeren, de mijne en die van het museum.

Je woont sinds meer dan drie jaar in Brussel en sindsdien vonden je projecten plaats op uiteenlopende plekken en in verschillende landen. Wat deed je in deze stad blijven?

Zonder twijfel: de vlooienmarkt van het Vossenplein. Het is een markt in de Marollenwijk die er elke dag van de week staat en het is een hele instelling in de stad. Ik vind er steeds erg goed materiaal. A posteriori, werd ik ook aangesproken door de verfijne artistieke scène, de omvang van de stad en het feit dat er geen muggen zijn.

In bibliografieën omschrijft men jou als een Spaanse kunstenaar gevestigd in Brussel en onlangs werd jouw werk zowel in jouw land van oorsprong als op internationaal niveau tentoongesteld. Hoe is het om te werken in Spanje als je van “buitenaf” komt?

Ik heb niet het gevoel dat ik van “buitenaf” kom, ik behoud zowel op professioneel als op affectief vlak een constante relatie met Spanje. Ik bezoek Barcelona, en ook Madrid op regelmatige basis. Op een of andere manier is het alsof ik tegelijk op twee plaaten ben, een normale zaak de dag van vandaag. Het is belangrijk voor mij om niet permanent te zijn waar ik woon.

Ten slotte, wat denk je over het huidige artistieke panorama in ons land?

Ik volg het op de voet, ik vind dat er goede voorstellen zijn zowel op institutioneel niveau als in praktijken georganiseerd door een kunstenaarsgroep en commissarissen. Zoals Federico García Lorca zegt. “Kijk naar rechts en links van de tijd en moge je hart leren om rustig te zijn".

We leven in een periode waarin beelden ons omringen en bijna belegeren, zodoende ontbreekt het ons soms aan referentiepunten om ze correct te interpreteren. Het werk van Oriol Vilanova heeft erg veel met dat idee te maken. Hij verzamelt beelden uit een andere periode om ze later te tonen alsof het gaat over een visuele encyclopedie; verzamelend, ordenend en classificerend wat er ons wordt getoond. Op basis van die conceptie, interesseert zijn werk zich voor de politieke mechanismes van geschiedenisconstructie en voor de blik, in ieder project een andere vorm aannemend, gaand van installaties, tot performances, theaterstukken en boeken.

  • Visuele kunsten
  • Brussel
  • Gepubliceerd op 03 juni 2016

Oorsprong

Barcelona

Steekproef van het werk

Oriol Vilanova. At first sight. 2016 - Courtoise de l'artiste et M Museum Leuven. Photo: Dirk Pauwels

Oriol Vilanova. At first sight. 2016 - Courtoise de l'artiste et M Museum Leuven. Photo: Dirk Pauwels

Oriol Vilanova. At first sight. 2016 - Courtoise de l'artiste et M Museum Leuven. Photo: Dirk Pauwels